“U kunt hierin plassen.” Ik kijk enigszins vertwijfeld naar de verpleegkundige die blij aan komt lopen met een steek. Zo’n ijskoud ijzeren ding dat onder je billen wordt geschoven.

“Daarin?” vraag ik met een piepstemmetje… Ze knikt bemoedigend. “Druk maar op de bel als je klaar bent!” En ze loopt de kamer uit. Mij achterlatend op de steek. Onhandig balancerend want je wilt natuurlijk niet ook nog eens de schaamte ondergaan van verkeerd plassen en een nat bed over houden.

Fatsoensnormen

“Maar ik moet eigenlijk een grote boodschap doen” wil je nog vertwijfeld uitroepen maar de verpleegkundige is alweer naar de volgende patiënt toe.

Als je ooit in een ziekenhuis hebt gelegen dan weet je vast dat het verleggen van je grenzen van fatsoen razendsnel aangepast worden aan de situatie. Die allereerste keer in de emergency room in Noorwegen was dan ook een mijlpaal. Ik moest echt nodig plassen en kon toen nog soort van op een po-stoel schuiven. Maar de verpleging wilde me niet alleen laten. (shock en dat soort dingen) Dus moet je plassen in aanwezigheid van twee volwassen vrouwen. Goddank geen mannen. Dat had ik die eerste keer niet echt gekund denk ik. Maar goed. Je moet. Dus je doet.

Op een po-stoel heb je nog het gevoel dat je een normale stoelgang hebt. Maar die steek….

Aangekomen in het AMC moest ik namelijk in quarantaine. Dat had alles te maken met protocol en de mrsa bacterie die in sommige ziekenhuizen ronddwaalt. Dus iedereen die uit een ander land komt en daar in een ziekenhuis heeft gelegen gaat automatisch in quarantaine. In mijn geval een formaliteit omdat Noorwegen niet meteen een risico gebied is maar toch; regels zijn regels. En een po-stoel hadden ze eenvoudigweg niet over (want eenmaal in de quarantaine kamer moest die stoel er ook blijven). Dus was ik gedwongen op de steek te gaan die eerste paar dagen. Ondanks dat ik best op een po-stoel kon.

En er komt een moment dat je ook een ‘nummer 2′ moet doen. Godzijdank heeft mijn stoelgang nog niet te lijden gehad onder al dat liggen. Veel groente doet wonderen. Maar dan kom je tot de ontdekking dat zo’n steek niet heel diep is. En ik heb (of misschien moet ik zeggen had) flinke billen. En dus – je raadt hem al – hang je er een beetje in. Yep…

En moet je met het schaamrood op je kaken bellen als je klaar bent. Als de verpleging binnen komt begin je al met verontschuldigend roepen van ‘Sorry! Ik stink een beetje!!’ en dan moet je van dat ding af. Die inmiddels aan de bilpartij kleeft. Dus voorzichtig (geen morsen!!) wordt het geval onder je derrière vandaan getrokken. En terwijl jij je omhoog trekt wordt je vakkundig schoongemaakt.

En ja tuurlijk; ik weet ook wel dat ze heus erger hebben gezien. Maar ga mij niet vertellen dat er één verpleegkundige is die voor de lol de billen van een patiënt van restanten ontlasting ontdoet. Die zijn er niet. Onmogelijk. Het hoort erbij, maar is een noodzakelijk kwaad. Daarvan ben ik overtuigd.

Maar zoals gezegd; je verlegt je grenzen razendsnel. Voor je er erg in hebt, kleed je je uit waar iemand bij is, zit je je te wassen waar een vreemde naast staat of plas je onder het toeziend oog van… Je hebt ook geen keuze. Je bent ook maar een mens tenslotte.

Nu ik weer thuis ben is dat een stuk minder mensonterend. Want Tom is natuurlijk geen vreemde en we gaan al jaren naar hetzelfde toilet. Toch is ook dat een dingetje; want hij moet nu mijn toilet schoonmaken. Als we samen tv zitten te kijken moet ik af en toe even tussendoor op de po-stoel schuiven. En nou ja ik hoef verder geen uitleg te geven toch?

Met een beetje mazzel kan ik binnenkort weer op een gewoon toilet schuiven. Ik kan nu al niet wachten! 🙂 Alle posts over de enkeltoestanden vind je hier.

Delen is fijn!