Verwarm de oven voor op 200˚C. Maak de wortels schoon en snij doormidden in de lengte. Voor dikke wortels, snij in vieren.
Leg de wortels op een bakplaat en drizzle de olijfolie en de honing eroverheen. Strooi de specerijen (kaneel, komijn, koriander, chili en peper en zout) eroverheen. Rooster in de oven voor ongeveer een half uur of tot je er een vork in kunt prikken.
Terwijl de wortels roosteren bereid je de overige ingrediënten. Snij de witlof in reepjes en de kaki in blokjes of in plakjes.
Zodra de wortels geroosterd zijn verdeel je ze over twee borden, leg hier de plakjes kaki bij en de gesneden witlof. Leg op elk bord een bol burrata. Bestrooi als laatste met de pistache en de granaatappelpitjes.
Versier desgewenst met kleine blaadjes basilicum of een andere soort cress