Giet in een flinke soeppan een eetlepel olijfolie, verwarm de pan en bak de uien erin tot ze glazig zijn. Was de kip met water en sap van de limoenen of met azijn. (Sommige vinden de kip met vel in de pan meer smaak geven, ik haal meestal iets vel weg, maar niet teveel.)
Doe koud water in de pan erbij, en de (soep)kip. Verwarm dit tot kookpunt. Door laten koken, schuim wegscheppen. Daarna de kruiden erbij, behalve de selderij en de peterselie. Groentenbouillonblokjes erbij, naar smaak peper en zout ook.
Het geheim zit verder in dat als de kruiden goed zijn ingetrokken, de soep al wat uren staat te borrelen op een laag pitje (kip moet echt goed doorgekookt zijn), je de soep laat afkoelen en een nacht koud zet. De volgende dag weer opwarmen, door laten koken.
Een nacht laten staan komt de smaak zeer ten goede.
De verse kruiden: selderij en peterselie wassen en snijden of knippen met een schaar.
Rijst koken in een andere pan, eventueel mihoen frituren (vind ik zelf niet veel toevoegen, maar sommigen vinden het lekker erbij).
Taugé of knapperig laten of afspoelen met gekookt (heet) water. (Maar sowieso goed wassen.) Gele pepers wassen en heel opbakken in een pannetje in olie, eventueel knoflook en ui erbij.
De kip kan je ook nog ‘pluizen’, dus kip uit de pan halen en het vlees van de botten afplukken. In kleine stukjes in een kommetje doen.
Mocht je niet van kip houden, kan je ook uitwijken naar een vegetarische variant. De smaak van de kruiden is wel sterk, alleen de kip maakt het wel tot officiële saotosoep.
Als de bijgerechten klaar zijn, deze in verschillende kommetjes op tafel.
Ieder kan zijn eigen soep samenstellen. Eerst een bord of kom vullen met taugé, selderij, peterselie, rijst, of wat je verder wil, daarna de bouillon pas erover heen schenken.
Peper (gele peper) en ketjap er naar smaak bijvoegen.