Om het deeg te maken, doe je de gist, suiker en het lauwwarme water in een kommetje. Roer het door en laat ongeveer 5 minuten staan tot het bubbels gaat vormen.
Doe de bloem en het zout in een mengkom en maak in het midden een kuiltje. Giet hier het gistmengsel en de olie bij en meng alles goed door tot je een deeg hebt. Kneed dit voor ongeveer 4-5 minuten of tot het glad en elastisch is. Doe het deeg over in een licht ingevette grote kom en dek af met een schone vochtige doek. Zet weg op een warme plek en laat ongeveer 30 minuten rijzen tot verdubbeld in volume.
Verwarm de oven voor op 200 C en zet een grote bakplaat of een pizzasteen in de oven. Rol het deeg uit tot een rechthoekige lap van 20 x 40cm en leg dit op een stuk bakpapier.
Verwarm de olie in een grote koekenpan op hoog vuur. Voeg de kastanje champignons toe en zout en peper. Bak dit voor ongeveer 6 minuten. Haal van het vuur en voeg de boerenkool, chli vlokken en citroenrasp toe en schud even om om het te combineren.
Smeer de ricotta over de bodem van het pizzadeeg. Doe er vervolgens het champignon mengsel op. Haal de hete bakplaat uit de oven en schuif de pizza daarop. Bak voor 10-15 minuten of tot het deeg gaar is en goudbruin. Bestrooi met de pecorino om te serveren.