Doe de bloem, bakpoeder, zout en de maizena bij elkaar in een kom en mix even goed.
Doe karnemelk, spa rood, olie en de eidooiers erbij en klop het geheel tot het glad is.
Van de eiwitten klop je stevig schuim en schep dit er luchtig doorheen. Hak de kruiden grof en schep dit door je beslag heen
Bak de wafels volgens de aanwijzingen van jouw wafel apparaat tot goudbruin en gaar.
Voor de kip:
Maak de marinade door de karnemelk, worcestersaus en de sambal in een diepe kom te mengen. Marineer hier de kipdijstukken in voor een uur of twee. Dek de kom af met folie en zet in de koeling.
Als de marinade goed ingetrokken is verwarm je de olie in een pan tot 160°C. Terwijl de olie warm wordt, kun je de kip gaan paneren.
Om de kip te paneren zet je drie diepe borden neer. In het eerste bord doe je de bloem, in de tweede de losgeklopte eieren en in de laatste meng je de panko met de peper en het paprikapoeder. Tenslotte zet je nog een vierde plat bord neer waarop je de gepaneerde kip kunt neerleggen.
Haal de kip door de bloem, dan door het geklopte ei en tenslotte door de panko. Leg ze daarna op het platte bord.
Frituur de kipstukken in batches van 3 of 4 stuks in een minuut of 5 gaar en laat ze dan even uitlekken op wat keukenpapier.
Maak de honingsaus door in een kleine steelpan de ingredienten voor de honingsaus te mengen. Breng aan de kook en laat even indikken tot een sticky glazuur. Haal de gebakken kip door de honingsaus.
De dressing maak je door de kwark, mayonaise, citroen, paprika, bieslook en zout te mengen. Serveer de kip op de wafels met de dressing ernaast.