Blancheer de broccoli en de sperzieboontjes even kort in kokend water. De broccoli echt een minuutje of 2-3, de boontjes iets langer. Het moet gaar zijn maar nog wel een goede beet hebben.
De satesaus maak je door in een pannetje wat olie te verhitten. Hierin bak je de ui tot deze glazig is. Voeg de knoflook toe en bak deze even mee.
Voeg nu de trassi (garnalenpasta) toe en de laos. Bak ook dit weer even mee en voeg dan de amandelboter toe.
Als laatste doe je het blik kokosmelk erbij en roer je tot het een glad (min of meer glad) geheel vormt.
Maak een basis in een kom met de bloemkoolrijst. Verdeel hierover de groentes, de kipblokjes en het fruit over twee flinke kommen. Doe wat van de saté saus erop en leg als laatste de gepelde eieren erop. Traditioneel eet je gado gado koud of lauwwarm.