Maak de siroop door het rozenwater met 50 ml kraanwater in een klein steelpannetje te verwarmen en de suiker er in op te lossen. Laat even rustig koken tot het iets ingedikt is en haal het pannetje dan van het vuur. Bewaar de siroop in een kannetje of flesje.
Meng bloem, boekweitmeel, bakpoeder en een snufje zout in een beslagkom.
Doe de eieren en de helft van het bietensap erbij en roer tot een glad beslag zonder klontjes. Voeg dan de andere helft van het bietensap toe en roer goed door.
Doe het beslag in een maatbeker, of als je hebt een spuitflesje.
Verhit de poffertjespan op middelhoog vuur en smeer alle kuiltjes met een kwastje in met wat olie.
Spuit het beslag in de kuiltjes. Draai ze om, als de bovenkant niet meer vloeibaar is en laat aan de andere kant nog een paar minuten bakken. Bak zo van al het beslag poffertjes.
Serveer de poffertjes met poedersuiker en de rozensiroop en versier met rozenknopjes.