Meng alle ingrediënten (behalve de boter) door elkaar in een mengkom en kneed dit tot een bal deeg. Voeg de boter later toe en meng dit minimaal een minuut of vijf tot je een soepel deeg hebt.
Vet een kom in met wat olie en leg het deeg erin.
Dek af met folie en laat het een uur rijzen op een warme plek. Het moet ongeveer twee keer zo groot worden.
Haal het deeg uit de kom en verdeel in drie stukken. Rol elk stuk uit tot een rechthoekige lap. Strooi de geraspte kaas erover maar laat aan de bovenkant een stuk van 3 cm vrij. Maak dit een beetje nat met water.
Rol het deeg nu in een lange worst. Leg het deeg met de naad naar beneden en snij hem doormidden in de lengte maar laat de bovenkant vastzitten. Wikkel de twee repen nu om elkaar heen. Rol dit vervolgens tot een soort van krans en zorg dat de opengesneden kant naar boven ligt. Druk het gekookte ei in het midden.
Verwarm de oven voor op 190˚C en laat de kransen nog even een half uur rijzen. Bak ze daarna af in de oven in ongeveer 25-30 minuten goudbruin.